injectie van het serum voor den patiënt niet alleen een verlies in tijd van 2 of 3 dagen beteekent, maar tevens, dat hierbij ook een veel zwakkere werking plaats heeft, dan overeenkomt met die van de hoeveelheid ingespoten serum. Op deze gronden moet dan ook het serum intra-veneus worden ingespoten.
Daar het vloeibare serum echter, althans in Duitschland geconserveerd is door toevoeging van phenol of trikresol en intra-veneuse inspuiting van deze stoffen in groote hoeveelheden niet zonder bedenken is, raadt Morgenroth aan, voor de intra-veneuse injectie alleen te gebruiken een vloeibaar, steriel, geen conserveerings-middel bevattend serum of wel het vaste serum, door filtratie bevrijd van de meestentijds in de oplossing gesuspendeerde eiwitvlokken.
Dengenen, die om redenen van welken aard ook, tegen de intra-veneuse injectie opzien, wordt aangeraden, in tramusculair in te spuiten. Deze methode staat tusschen de subcutane en de intra-veneuse in, echter dichter bij de laatste.
In aansluiting aan proeven van Meltzer en Auer, die vonden, dat alkaloïden en andere kristalloïde stoffen van uit het spierweefsel veel sneller werden geresorbeerd dan van uit het subcutane weefsel, kwamen Morgenroth en R. Levy tot dezelfde uitkomsten voor de resorptie van het diphtherie-antitoxin bij het konijn. Prof. Neisser is deze wijze van applicatie ook toegedaan en heeft bij intramusculaire injectie van 3000 — 5000 immuniteits-eenheden beslist betere resultaten gezien dan vroeger. Als plaats voor de intra-musculaire injectie beveelt schrijver aan, de strekmusculatuur der dij te gebruiken.
Dit alles, wat betreft de zuiver practische zijde van dit uiterst gewichtig vraagstuk.
Maar ook nog in andere opzichten is het geschrift van Morgenroth zeer belangrijk en wel omdat er vraagpunten in aangeroerd worden, die, hoewel thans nog geheel van
x