b. Maar nog uit een tweede, veel belangrijker oogpunt is de inspuiting van groote hoeveelheden antitoxin gewenscht. De verbinding tusschen diphtherietoxin en antitoxin komt nl. zoowel in vitro als in de bloedbaan slechts langzaam tot stand (in vitro is bij kamertemp. voor de volledige binding ongeveer 24 uur noodig). Daar nu in verband met dit feit volgens Morgenroth het geheele bindings-proces in de bloedbaan aldus beschouwd moet worden, dat tusschen decel-receptoren en het antitoxin een soort van wedstrijd plaats heeft bij de binding van het toxin, zoo zou het met het oog hierop ook zeer gewenscht zijn, een groote hoeveelheid antitoxin in te spuiten.
Hij beroept zich hierbij tevens op de ervaring der Engelschen en der Denen in dit opzicht. In Engeland zou het de laatste jaren steeds meer gebruik geworden zijn, om in zware gevallen 20.000, ja zelfs tot 30.000 immuniteitseenheden in te spuiten. Ook het Rijks-seruminstituut te Kopenhagen geeft in hare gebruiksaanwijzing van het serum den raad, in zware gevallen tot 20.000 immuniteitseenheden te gaan.
Wat betreft het tweede punt, nl. de subcutane injectie van het serum, zoo laat Morgenroth zich hierover aldus uit.
J. H. Smith heeft onder leiding van Madsen experimenteel uitgemaakt, dat de resorptie van het antitoxin na subcutane injectie, zoowel bij mensch als dier, uiterst langzaam verloopt en eerst na twee, ja zelfs na drie etmalen is geëindigd. Nooit bevindt zich in de bloedbaan een hoeveelheid antitoxin, die ook maar in de verste verte beantwoordt aan die van het geïnjicieerde quantum.
Morgenroth en R. Levy hebben deze experimenten onafhankelijk van de hierboven genoemde bij het konijn ook gedaan en zijn eveneens tot dezelfde uitkomsten gekomen. Men zou dus met het volste recht kunnen zeggen, dat in de dringende gevallen de subcutane