het omdraaien in bed, eveneens bij het abduceeren der beenen, ook bij het voorover buigen met gestrekte beenen; gevoeligheid bij het buigen van de rechter knie.
Passieve bewegingen in het rechter heupgewricht gaven soms een twijfelachtig gevoel van kraken; het was niet met zekerheid uit te maken of zulks moest toegeschreven worden aan veranderingen in het gewricht zelf, dan wel van een of meerdere slijmbeurzen rondom de trochanter major; bepaald verschijnselen van een chronischen ontstekingstoestand van dat heupgewricht of van de articulationes sacroiliacae konden niet gevonden worden.
Links bestaat eene congenitale heupluxatie. De spieren van lenden-, heup- en dijstreek zijn op druk niet gevoelig, evenmin bij het uitvoeren van passieve en actieve beweging in liggende houding. Ook pijnlijke drukpunten op de typische plaatsen in het ischiadicus-verloop ontbreken; zeer sterke rechthoekige buiging op het bekken van het gestrekte rechter been is absoluut niet pijnlijk of gevoelig. Van eene ischias blijkt niets; evenmin is het gebied van den n. cruralis aantoonbaar veranderd.
De rechter knie is op druk gevoelig in de streek tusschen condylus externus femoris, condylus ext. tibiae en capitulum fibulae. Ook hier is 't niet met zekerheid uit te maken of eene lichte aandoening bestaat van het gewrichtje tusschen het capitulum fibulae en de tibia of de slijmbeurs van een spier, die erover ligt öf wel 't laterale deel van het knie-gewricht, dan wel in het bandapparaat zelf.
Zoover na te gaan, zijn de wervels overal gezond en bestaat er geen afwijking van de wervelkolom. Kortom eene duidelijke anatomische localisatie voor die diffuse lenden-, sacraal-, en heuppijnen bij loop- en andere bewegingen is niet vast te stellen. Aan de andere skeletdeelen, gewrichten, banden, spieren en slijmbeurzen van het overig lichaam zijn geen veranderingen te vinden. Wel klaagde patiente, dat zij af en toe bij het ontwaken 's morgens een