over een uitgestrektheid niet langer dan het lichaampje zelf en was gekleefd tegen een klompje roode bloedlichaampjes.

Hoewel de afmetingen van het lichaampje alle grooter zijn, dan die, welke als gemiddelde worden opgegeven in Leishman's beschrijving op pag. 594 van Mense III, en hoewel de alveolaire bouw van het protoplasma zeer duidelijk zichtbaar is, terwijl bovendien een geesel alleen in culturen in miltbloed met citras natricus zijn gezien, meen ik toch niet te mogen twijfelen aan de diagnose, dat ik hier een Leishmania-donovani voor mij heb, al komt hij iets meer overeen met de gekweekte dan met de vormen, tot nog toe in het bloed gezien.

16 Augustus 1909.