Blijkbaar vond hij het onderscheid tusschen het parasietenplasma en de haar omgevende stof dus eveneens weinig of niet markant. Ik kan dan ook niet anders zeggen, dat ik uit mijn: praeparaten den indruk gekregen heb, dat in de groepen van parasieten de matrix wel degel ij k deel uitmaakt van het parasieten- organisme en ten opzichte hiervan niet als een betrekkelijk indifferent gedeelte te beschouwen is.

Deze meening grond ik op de volgende punten:

le. Op het volkomen gemis aan kleur-onderscheid tusschen parasieten-protoplasma en matrix; ik kan mij moeilijk voorstellen, dat dit kleuronderscheid niet te voorschijn zou treden, wanneer beide stoffen van zóó heterogenen oorsprong waren, als Leishman beweert. Om dit argument te staven, behoef ik slechts te wijzen op de, bij de Romanowsky-kleuring zoo scherp te voorschijn tredende, verschillende kleur-nuanceering tusschen het protoplasma van schizonten, macroen microgametocyten; verder tusschen het protoplasma van lymphocyten en groote mononucleaire leucocyten, enz. enz.

2e. Op den scherp gecontoureerden omtrek der geheele parasieten-groep. Wanneer men toch, in navolging van Leishman, aanneemt, dat de matrix haar ontstaan te danken heeft aan het mechanisch verscheuren van het macrophagen-lichaam bij het uitstrijken der praeparaten, blijft het onverklaarbaar, hoe een gedeelte van dit cel-protoplasma zich vertoont als een steeds scherp omlijnd lichaam; men zou dan immers met veel meer recht kunnen en mogen verwachten een niet scherp gecontoureerden, min of meer gerafelden omtrek (z. g. Zerrung).

Mijn patiënt heeft tengevolge van de laatste punctie eene kleine complicatie gekregen, n. 1. een perisplenitis van geringe beteekenis. Ongeveer 12 uren na de punctie had