twee belangrijk in grootte, meest ook in vorm, verschillende gedeelten.
b. bij Leishmania-donov'ani vacuole-vorming dikwijls aanwezig is.
2e Voor verwisseling der vrije parasieten (fig. 3) met malaria-parasieten beschut:
a. het steeds extra-globulair voorkomen der lichaampjes (alleen Laveran en Donovan houden vol, dat zij wel eens in roode bloedlichaampjes voorkomen; later heeft Treutlein dit ook beweerd).
b. de eigenaardige chromatine-rangschikking in twee deelen, ongelijk van grootte.
c. het niet buiten den ring uitsteken der macro-nucleus.
d. het ontbreken van pigment.
3e Volledigheidshalve wil ik hier nog vermelden, dat vóór Leishman 's publicatie èn Donovan in Madras èn Marchand in Leipzig de intra-cellulair voorkomende parasieten, zooals deze in miltcoupes gevonden worden, hebben aangezien voor kern-degeneratie-producten.
Een omstandigheid heeft mij bij de bestudeering mijner praeparaten getroffen, die mij des te meer opviel, omdat in de mij ten dienste staande literatuur omtrent de morphologie der Leishmania-donovani hier met geen enkel woord over gerept wordt. Ik heb er mij nl. over verwonderd, dat het plasma der parasieten (wanneer deze in groepen voorkomen) zich in kleur-nuanceering in het geheel niet markeert van de omgevende matrix (Grundsubstanz).
Daar nu deze laatste volgens de opvatiing van Leishman waarschijnlijk stamtvan hetprotoplasmaderwaardcellen, incasu macrophagen, (het mag volgens Leishman als zeker worden beschouwd, dat de vrije parasieten en de parasietengroepen, die men in uitstrijkpraeparaten van lever- en miltbloed vindt, bij het uitstrijken mechanisch vrij gemaakt zijn door verscheuring der waard-cellen) is dit feit wel eigenaardig te noemen.