geen pigment-houdende leucocyten. Overigens hetzelfde beeld als bij de vorige serie. Op Kala-Azar-parasieten gelijkende lichamen werden niet gevonden. Elk praeparaat werd gedurende twee uren onderzocht.
De patiënt had ook deze maal van de punctie niet het minste nadeel.
15 Januari. Nogmaals milt-punctie. Oogenschijnlijk zuiver bloed geaspireerd, waarvan 5 uitstrijk-praeparaten gemaakt. Kleuring 40 minuten in twee tempi. Elk praeparaat gedurende 2 uren onderzocht. Geen malaria-parasieten. Overigens hetzelfde bloedbeeld als bij de twee voorgaande keeren. Patiënt ondervond niet het minste nadeel.
Tot nu toe was dus drie malen de milt gepuncteerd, zonder dat het onderzoek van het geaspireerde miltsap eenig positief resultaat opgeleverd had. Van deze drie keeren kon de derde punctie gerust als mislukt beschouwd worden, daar te veel bloed opgezogen werd. Wat de eerste twee keeren betreft, hoewel in dit geval zonder twijfel miltsap (ofschoon vermengd met bloed) verkregen werd, bestond nog steeds de mogelijkheid, dat het negatieve resultaat zijn oorzaak vond in het feit, dat geen miltweefsel bij de punctie was vrijgemaakt geworden. Daarom besloot ik dan ook nog éénmaal tot proefpunctie over te gaan, echter met een geringe wijziging der techniek, toegepast in de drie voorgaande keeren.
Deze wijziging bestond hierin, dat de naald, met haren punt eenmaal in de milt zijnde, draaienderwijze werd voortgeschoven. De kapselopening, door den naald gemaakt, bleef hierbij volkomen gelijk als in de voorgaande malen, voor den patiënt beteekende dit dus niets, terwijl, theoretisch geredeneerd, de mogelijkheid, enkele miltcellen los te krijgen, veel grooter werd. Immers de naaldopening vormt een ellips, wier vlak helt ten opzichte van de lengte-as van de naald. Draait men de naald dus om