en Christophers, tot een scherp afgebakend geheel afgewerkt, vertoont in haar klinisch verloop zooveel overeenkomst met tal van andere ziektebeelden, dat de differentieeldiagnose alleen microscopisch en wel door het vinden der Leishman-Donovan'sche lichaampjes te stellen is.

Zoo is van Italiaansche zijde hetzelfde ziektebeeld beschreven, dat beslist geen Kala-Azar is en berust op malariacachexie; verder heeft Nocht gewezen op de groote, zoowel klinische als pathologische-anatomische overeenkomst tusschen Kala-Azar en de tot de Banti-groep behoorende ziekten. Ook de levercirrhose kan tot overeenkomstige ziektebeelden aanleiding geven. De moeilijkheid wordt nog grooter, als men in het oog houdt, dat Kala-Azar tot secundaire, cirrhotische processen in de lever kan aanleiding geven.

Toch is er één verschijnsel, wat in dergelijke gevallen het vermoeden op Kala-Azar kan wettigen en wel is dit de bloedverandering, zooals die bij deze ziekte wordt aangetroffen. Volgens Rogers is deze verandering vrijwel constant en bestaat uit:

a. Vermeerdering der groote mononucleaire leucocyten bij bestaande leucopenie. In het algemeen geldt deze regel, zooals in den laatsten tijd vrijwel door iedereen aangenomen wordt, voor iedere protozoëninfectie van het lichaam, dus ook voor malaria.

Ter onderscheiding van deze laatste ziekte houde men volgens Rogers evenwel in het oog, dat hierbij het totaal aantal der leucocyten zich verhoudt tot het totaal aantal der roode bloedlichaampjes als 1 : 750, terwijl deze verhouding bij Kala-Azar schommelt tusschen 1 : 1500 en 1 :3000.

b. Niettegenstaande de bestaande anaemie (2—3 millioen erythrocyten per m. M3.) zou volgens Rogers de kleurindex van het bloed normaal zijn in tegenstelling met de malaria- en anchylostomum-anaemie, waar deze kleur-index is afgenomen.

Zeer betieur ik het daarom ook, noch deze z. g. leucocyten-