dat hij „vorbeireden" noemde, en dat daarin bestaat, dat op de meest eenvoudige vragen een geheel verkeerd antwoord wordt gegeven. De patiënt antwoordt bv. op de vraag „hoeveel oogen heb je", 3!, „hoeveel neuzen", 2!, „hoeveel vingers", 7! „hoe is de kleur van sneeuw", zwart!, „Wie bakt er het brood", de schoenmaker! „Wat is grooter een muis of een olifant", een muis! „Hoeveel is 2 X 2", 3!, „hoeveel is 1 + 2", 1 enz. Toont men hem een cent, dan noemt hij dat zilver, geeft men hem een stel woldraden, dan noemt hij alle kleuren verkeerd, noemt men hem een kleur met het verzoek, die uit te zoeken, dan geeft hij in plaats van rood blauw enz., maar nooit de goede. Het maakt den indruk, alsof de patiënt maar op goed geluk af wat zegt, maar dit is niet zoo, want dan zouden soms de antwoorden juist moeten zijn en dat zijn ze nooit.

De antwoorden zijn verder in hooge mate onzinnig, maar ze slaan toch altijd op de vraag; de zin van de vraag wordt dus wel begrepen. Dit is van veel belang, want daaruit volgt, dat we niet met een sterken graad van verlies van voorstellingen te doen kunnen hebben. Wanneer populair gesproken, door versuffing iemand niet meer zou weten, dat sneeuw wit is, dan zouden er zooveel voorstellingen verloren moeten zijn gegaan, dat zeker op de vraag „welke kleur heeft sneeuw" in 't geheel geen antwoord zou volgen. Naast dat „vorbeireden" bestaan volkomen desoriëntatie naar tijd en plaats, als gevolg van dezelfde primaire stoornis, die dat „vorbeireden" veroorzaakt, hysterische stigmata v.n. hemianalgesie, en enkele gezichts- en gehoorshallucinaties met juiste motore en affectieve reactie. De duur van dezen schemertoestand is enkele dagen tot weken. Na een plotseling einde bestaat volkomen amnesie en zijn de patienten zeer verwonderd, wanneer men hun voorhoudt, welke onzinnige antwoorden zij gaven. Sommigen verklaren het verschijnsel door aan te nemen, dat den zeer sugges-