alcohol een eenige uren durende psychose voor, die men met den naam van pathologische roes of, daar elke roes eigenlijk pathologisch is, beter met dien van alcoholische schemertoestand bestempelt. Voor den duur van deze stoornis bestaat later totale amnesie. Daar deze schemertoestand van groot forensisch belang is, omdat daarin dikwijls juist door de eigenaardige omneveling van het bewustzijn misdrijven worden gepleegd, kan de vraag rijzen, of deze amnesie waar of gesimuleerd is. Meermalen komt echter een dergelijk geval niet ter beoordeeling door een deskundige, daar sommige rechters meenen, dat het niet anders dan een gewoon praatje is, wanneer iemand zegt zich van zijn misdrijf niets te herinneren. Zoo zeker het nu is, dat het simuleeren van amnesie werkelijk vaak een gemakkelijke poging tot exculpatie is, zoo zeker is het ook, dat de amnesie vaak een ware is, dat er werkelijk een schemertoestand heeft bestaan. Bij de gewone roes is de herinnering alleen volkomen weg voor het laatste stadium, dat der bewusteloosheid, als wanneer er natuurlijk van handelingen geen sprake is en blijft de herinnering, althans summarisch, bestaan van de voorafgaande stadia, zeker voor oogenblikken, waarin sterke affecten aanwezig waren, wat bij een delict wel bijna altijd het geval zal zijn. Bij den waren schemertoestand is het herinneringsverlies totaal en scherp afgebakend: er is een geheel stuk van eenige uren als't ware uit de herinnering weggeslagen, en naden kritischen slaap, waarmee de schemertoestand eindigt, is de herinnering weer volkomen normaal.
Hierin hebben we eenige kenmerken, die het mogelijk maken, de ware van de voorgewende amnesie te onderscheiden. Hij, die onbekend met deze kenmerken amnesie voorwendt, zal geen afgegrensd begin opgeven, hij zal herinnering toegeven voor hem niet belastende momenten en doen, alsof zijn herinnering niet plotseling maar eerst gaandeweg is teruggekomen. Hij zal verder zijn amnesie niet