les muskieten is in Hongarije nog geen gebrek en komen deze insecten zelfs nog op een hoogte van 800— 1000 M. voor. Het zijn vooral de An. maculipennis en de An. bifurcatis, die worden aangetroffen, zeldzamer de An. pseudopictus, hoewel deze laatste soort in het Zuiden talrijker optreedt. Jancsö rekent hierdoor een wederom opflikkeren van deze volksziekte niet tot de onmogelijkheden te behooren. In verband met de goedaardigheid der malaria werden op vele plaatsen slechts tertian i- en quartanainfecties waargenomen; hier en daar enkele tropica-gevallen, doch kwamen er ook plaatsen voor, waar uitsluitend tropica optrad. Het gemiddelde van alle geobserveerde gevallen was 80n/0 tertiana, 11 °/0 tropica, 8"/0 quartana en 1 °/0 gemengde infectie.
De epidemische tijd vangt, evenals in Italië, ongeveer half Juli aan en eindigt in October. De grootste morbiditeit valt in Augustus of September. De Regeering heeft nagegaan, waar bijzondere hulp aan de bevolking noodig was, maar met het oog op het betrekkelijk gering aantal malaria-gevallen, ook in verband met de geconstateerde goedaardigheid, werd besloten de hulp aan het particulier initiatief over te laten en beperkte de Regeering zich tot het maken van propaganda.
Jancsö hééft eenige proeven genomen om de waarde der verschillende methoden van chinine-prophylaxe met elkaar te vergelijken. Twee personen werden kunstmatig geinfecteerd, waarna aan een den 7den en 8sten dag, aan den andere den 8sten, 9den en lOden dag 1 gram chininewerd verstrekt; niettegenstaande de chinine traden koortsen op. In een ander geval werd een dag na de infectie en vervolgens nog 13 dagen iederen morgen 1 gram chinine gegeven. Hiermee werd het uitbreken van koortsen voorkomen. In een vierde geval werd 's morgens '/2 gram chinine verstrekt en greep de infectie 's avonds plaats, waarna gedurende nog 14 dagen '/2 gram chinine per dag werd gegeven. Ook deze prophylaxe bleek afdoende. In