Kritieken en Referaten.

Atti della SociETa her qli Studi df.lla Malaria.

Vol. IX. Roma, 1908.

Galli-Valerio en Rochaz-de Jongh maken melding van hun verdere onderzoekingen omtrent de culiciden. Zij vonden een enkele maal anopheles-larven in stinkend water, hetgeen' zeer zelden voorkomt. Cuiex-larven en die van de Theobaldia spathipalpis werden in water met een chloornatriumgehalte van 2—3 %„ aangetroffen. Ook zagen zij larven onder het ijs in het leven blijven. Waar zoo dikwijls de wind beschuldigd wordt de volwassen muskieten ver van de broedplaatsen weg te voeren, is hun observatie van belang, dat bij windstilte veel en bij hevigen wind weinig muskieten worden aangetroffen. Deze muskieten worden echter niet door den wind weggevoerd, doch zij verschuilen zich in struiken en boomen.

Husson geeft eenige mededeelingen over de malaria in 1 unis. In 1906 werden op een drietal plaatsen onderzoekingen ingesteld, waarbij de toestand zoo ongunstig bleek te zijn, dat de Regeering besloot den strijd tegen deze volksziekte aan te binden.

In hoofdzaak bestonden de genomen maatregelen uit petrolisage van anopheles-broedplaatsen. Volgens Husson moeten de plassen eerst van waterplanten en grassen gezuiverd worden, daar anders de petroleum-begieting niet afdoende werkt. Bij de spoorwegen werd de mechanische prophylaxe ingevoerd, terwijl de chininetabletten, bij wijze van proef uitgedeeld, door de bevolking goed werden ont-