de richting van het coecum worden de afwijkingen geringer; de lymphklieren zijn evenmin als de agmina Peyeri gezwollen. Milt vast, 220 gr.
Uit de milt wordt een mikroörganisme gekweekt, dat behoort tot de coli-groep.
In het jejunum bevinden zich ook talrijke groote Gramvaste staafjes, die bij cultuur tot verschillende typen bleken te behooren (type b. enteritidis klein, en type b. patrificus coli Bienstock). Onderzoek op choleravibrionen negatief.
Geval III. (Dr. Schüffner). Een Chinees van de onderneming Tandjong Morawa dood binnen gekomen; de man zou twee dagen aan braken en diarrhoe geleden hebben.
Bij de sectie vond Schüffner: krachtig gebouwd lijk, in goeden voedingstoestand; geen teekenen van belangrijk vochtverlies.
De dunne darm is ietwat rood gekleurd; „Seifiges Anfühlen" van de serosa.
De dunne darm vertoont folliculaire zwelling en geringe oppervlakkige injectie; de inhoud gelijkt op rijstewater en bevat onverteerde spijsresten. De milt is vergroot; de mesenteriale klieren zijn sterk gezwollen; onderzoek op choleravibrionen negatief.
Uit milt, gal en lymphkiier wordt een tot de coligroep behoorende bacil gekweekt, die ter vergelijking aan het Pathologisch Laboratorium wordt afgestaan.
Geval IV. Een Chinees van de onderneming Bekalla wordt 6 Juni op de afdeeling van collega van Hengel opgenomen met braken en diarrhoe, krampen in de kuiten, huidplooi, gerimpelde handen en voeten, lichte cyanose, anaemie. Het onderzoek van de ontlasting valt met betrekking tot choleravibrionen negatief uit.
Den volgenden dag is de man overleden. Bij de sectie (S. 163) vond ik: middelmatige voedingstoestand; oogen ingezonken, handen en voeten gerimpeld; spieren vrij droog; de dunne darm hyperaemisch; de serosa ietwat vochtig; bij het uit elkander halen der darmlissen blijkt er geringe verkieving te bestaan en worden „draden" ge vorm d. De mesenteriale lymphklieren zijn gezwollen, doch niet hyperaemisch.
Het jejunum is gezwollen en rood; ook het ileum, met ietwat verstreken slijmviiesplooien en gezwollen agmina Peyeri. Het onderste deel van het ileum is zeer sterk gezwollen, het slijmvlies is donkerrood, fluweelig van aanzien en vertoont geringe oppervlakkige nekrose.