bedroeg: 1507. Er stierven er 34 (2.2°/0). Geëvacueerd werden 126 lijders (8.3%); op certificaat afgekeurd 143 (9.5%), beide laatste rubrieken voornamelijk afkomstig uit de zwakkelingenmijnen, dus een totaal verlies van ruim 20%. In 't geheel behandeld werden: 3200 lijders (212%). Het gouvernements ziekenhuis had per dag, van 88 in September tot 304en Januari, gemiddeld 184 verpleegden. Typhus werd niét waargenomen. Febris recurrens in twee gevallen. Het waren Chineezen rechtstreeks per wankang uit China aangekomen (zie Geneeskundig tijdschrift van Nederlandsch-Indië, deel 47 aflev. 5). Ongeveer 19% der opgenomen lijders leed aan malaria. Van de nieuw aangevoerde contractkoelies had een groot deel meer of minder vergroote milt, terwijl 33 dit jaar daarvoor bij aankomst moesten worden afgekeurd. Daar de bevolking in het district in hooge mate met malaria behept is, komen echter ook versche infecties veel voor. Vooral in de zwakkelingen-mijnen: No. 9, 10 en 2 kwam veelmalaria voor. Geregeld voortgezette kininetoediening stuitte steeds op tegenstand. De koelieloodsen staan hier op open, goed gedraineerd terrein. Op klamboebezit (prijs ƒ 1.50 per stuk) werd steeds aangedrongen, maar het absoluut gemis aan elk begrip van zindelijkheid bij de nieuw aangekomenen maakte dit bezit vrij wel illusoir. Voor slepende malaria werden uit dit ressort afgekeurd 36 mijnarbeiders, d.i. 26% van het geheel aantal afgekeurden. Malaria praedisponee'rt, zegt verslaggever, voor beri-beri. De epidemie daarvan, in 't laatst van 1906 begonnen, maakte ook in 1907 een aantal slachtoffers. Opgenomen met beri-beri werden 129 lijders (d.i. 8.5% der gemiddelde sterkte, 4% van het geheel aantal opgenomen lijders), waarvan 12 (10.8%) overleden en 106 (7% der gemiddelde sterkte) werden geëvacueerd. Van het geheel aantal geëvacueerden werd 84% voor beri-beri, 16% voor andere ziekten geëvacueerd.

De voeding bestaat uit: niet lang opbewaarde buitenl. rijst, vaak verschen visch en katjang hidjoe en andere boonsoorten.