Van Januari tot Mei verspreidde zich over geheel Atjeh een sterke epidemie van mazelen, met zeer hooge temperaturen en veel en langdurig hoesten. Sterfgevallen werden er, zoover verslaggever bekend, niet door veroorzaakt. De polikliniek te Koeta Radja werd bezocht door 538 personen, meestal malaria-lijders; op die te Lamnjong hadden 4128 medicijn-verstrekkingen plaats. De laatste vermelding geschiedt, omdat iedere week bijna dezelfde personen op de polikliniek kwamen om medicijnen te vragen voor hunne zieke families in de kampong. Lijders zien, onderzoeken en behandelen is daar een vrome wensch.

Aan 'teind van Peunajoeng is aanwezig een Chineesch hospitaaltje voor een 20-tal gebrekkige Chineesche bedelaars; 't verkeert in bouwvalligen toestand. Er is echter reeds met den bouw van een civiel ziekengesticht een begin gemaakt; 't oude zal komen te vervallen.

Oeleë Lheue. Bevolkingssterkte: 87 Europeanen, 8714 Inlanders en 64 Chineezen en vreemde Oosterlingen (met de sagi's mee). De gezondheidstoestand was goed. Malaria kwam voor, maar was meest niet van pernicieuzen aard. Op de polikliniek, die dagelijks werd gehouden, kwamen 6857 personen of gemiddeld per dag 24. Vooral was het voor huidziekten, waaronder veel frainboesia, voor oogziekten en koorts, dat hulp gevraagd werd. De wekelijksche poliklinieken te Lambaroe en Lampeneroet werden gemiddeld door 23 en 26 personen per keer bezocht.

Sigli. Bevolkingssterkte: 50 Europeanen, 640 Inlanders en 525 Chineezen en vreemde Oosterlingen. Dealgemeene gezondheidstoestand was over 't algemeen goed en dat, niettegenstaande Sigli te midden van talrijke moerassen ligt en het er krioelt van muskieten (w.o veel anopheles). Tegen December is dit laatste zóó erg, zegt verslaggever, als op de meest beruchte plaatsen van den Zuider- en Ooster-afdeeling van Borneo. In November en December hadden hevige bandjirs plaats.