middellijk na hun aankomst in het hospitaal der DeliMaatschappij te Medan opgenomen, allen met verschijnselen van ernstige dysenterie.

In het Pathologisch Laboratorium, waar het onderzoek der dysenterielijders van dit hospitaal stelselmatig plaats vindt, werd uit de ontlasting van drie der vier patiënten de Shiga-dysenteriebacil gekweekt.

15 April werd nog een koelie, van dezelfde boot afkomstig, ziek en kwam dien dag in het hospitaal; zijn ontlasting bevatte behalve den Shiga-bacil ook amoeben.

Het bleef niet bij deze 5 gevallen: dezelfde boot bracht ook koelies voor de Senembah-Maatschappij, en toen de Javanen, zooals gebruikelijk, ter observatie in het hospitaal werden opgenomen, bleek aan één onzer (Sch.), dat een viertal van hen aan dysenterie leed.

Dysenteriebacillen konden in de ontlasting van deze patiënten niet meer worden aangetoond; het klinische beeld liet echter aan duidelijkheid niets te wenschen over, terwijl amoeben in de ontlasting ontbraken.

Gelijk bekend is, kan het onderzoek op dysenteriebacillen in de ontlasting groote moeilijkheden opleveren; het is dan ook alleen te danken aan de volharding van den assistent van het Pathologisch Laboratorium, den heer van den Bosch, dat bij 4 van de 5 patiënten van het hospitaal der Deli-Maatschappij bacillen werden aangetoond; in enkele gevallen moest tot 6 maal toe en volgens verschillende methoden („Endo" en „gelatineplaat-Endostreep") onderzocht worden, vóór het gelukte den Shiga-bacil te vinden.

In het klinische laboratorium van het hospitaal der SenembahMaatschappij was geen tijd dit onderzoek tot het uiterste door te drijven; er bestond trouwens, daar de klinische verschijnselen duidelijk waren en de bacteriologische diagnose bij eenige zieken van dezelfde boot eenmaal gesteld was, geen noodzaak toe.

Wel bleek bij het onderzoek, dat met den voedingsbodem van Endo werd uitgevoerd, dat een der dysenterielijders in het Senembahhospitaal typhusbacillen in de ontlasting had; deze patiënte agglutineerde typhusbacillen tot in 200 malige verdunning.

Ten tweede male hadden wij dus vastgesteld — en thans met