mengsel met overmaat van virus, vooral, als de hierdoor ontstane immuniteit werd versterkt door een tweede inspuiting, na ± 2 weken, van een groote hoeveelheid virus fixe alleen. De bedoeling dezer methode is, dat men bij een zekere hoeveelheid virus fixe zóóveel serum voegt, als noodig is om het virus fixe zoodanig te verzwakken, dat het niet meer kan infecteeren; het wordt dus niet geheel geneutraliseerd. En nu ligt het belangrijke verschil in opvatting tusschen Remlinger en Marie hierin, dat, terwijl de laatste deze methode voor volkomen onschuldig houdt en ze reeds bij menschen toepast, Remlinger de meening is toegedaan, dat de mogelijkheid bestaat ermee te infecteeren. Hij wil dan ook deze methode, die zeer goede resultaten geeft, reserveeren om dieren te immuniseeren, doch bij menschen, overeenkomstig de resultaten zijner proeven, alleen seruminjecties doen (natuurlijk gecombineerd met de Pasteur'sche methode). Marie heeft met deze methode van 24 honden er 17 geimmuniseerd tegen 'n intraoculaire infectie, en wel de helft hiervan tegen een infectie 12—15 maanden na het immuniseeren.
Onze proeven, die betrekking hebben ap het immuniseeren met virus-serum-mengsels met overmaat van virus, hebben nog niet zulke schitterende resultaten gegeven. Het tegendeel is waar: van de 8 marmotten stierven er 4 aan virus-fixeinfectie na 9—11 dagen, en van de 6 konijnen werden er 4 geinfecteerd in plaats van geimmuniseerd (dood na 8-13 dagen aan virus-fixe-infectie). Wel bleek eén der overlevende konijnen geïmmuniseerd te zijn zelfs tegen een intracerebrale infectie met virus fixe 1:15.000.
Onze proeven wijzen dus uit, dat het virus-serum-mengsel met overmaat van virus, op analoge wijze en volgens dezelfde verhoudingen bereid als dat van Marie, onze konijnen, die per KG lichaamsgewicht een even groote hoeveelheid van het mengsel kregen als de honden van Marie, wel degelijk kan infecteeren en wel in 66.6°/0 der gevallen.