Het verloop der proef blijkt uit den staat op blz. 325. Men vindt daarin aangegeven hoe lang de tnenschen schoven, hoeveel opium ze per dag gebruikten, hoeveel maal ze gedurende de kuur dagelijks medicijn hebben ingenomen, en ten slotte enkele aanteekeningen over klachten en complicaties. Ik ga hier in deze korte, voorloopige mededeeling niet in op verdere klinische bijzonderheden.
Tot dusver heb ik slechts van zes patienten inlichtingen kunnen inwinnen betreffende het al of iiiet recidiveeren,
welke gegevens werden verstrekt door de wijkmeesters, die de patienten in dit opzicht controleerden. Het zijn de Nos 2, 4, 6, 14, 24 en 25.
No 2 werd ontslagen 25-1.09. Volgens bericht van 23-3 schuift hij nog met weer.
4 11.1.09 „ „ „ 23.3 „ „ „ „
" 6 " " 12 1.09 ■, „ 23.3 „ „weer.
" ,4. " " 11 2.09 „ ,• » 23 3 „ „
>» * " " rvn O
24 „ 6.2.09 „ „ » 23-3 „ „ „
omdat hij' sakit proet en boewang ajer dara kreeg. x
25 werd ontslagen 6 2. 09 Volgens bericht van 23.3 schuift hij nog niet Weer*
Wij zien hieruit, dat 3 van deze 6 personen 1 Va—2 /a maand na afloop der kuur nog geen opium weer hebben gebruikt, hoewel zij daarvoor zeker in de gelegenheid zijn geweest. Het aantal waarnemingen is natuurlijk nog veel te klein, om conclusies toe te laten. De tot dusver verkregen resultaten zijn. echter wel van dien aard, dat zij tot voortzetting der proef aansporen.
KiEwii- r de Jonge.