Mag rivierwater gebruikt worden voor het gieten op de openbare wegen?

Door Dr. Q. GRIJNS.

Daar de snelle verdamping van het water, zoodra de zon op de wegen schijnt, deze in zeer korten tijd weer stoffig doet worden, en dus voor het bestrijden der stofplaag door begieten veel water noodig is, leek het ons de moeite waard na te gaan in hoeverre gebruik van verontreinigd water aanleiding tot infectiegevaar zou kunnen geven. In 't algemeen wordt rivierwater, vooral het uit den aard der zaak vrij sterk verontreinigde water uit dichtbevolkte centra, hier als niet geschikt voor de besproeiing der wegen beschouwd, en als men b.v. het bruinachtige vocht, dat door Weltevreden—Batavia stroomt, ziet, schijnt deze meening volkomen gemotiveerd.

Daar echter de hoeveelheid artesisch water niet voldoende is, om het voor begieting der wegen te gebruiken, en het water uit putten dikwijls met veel arbeid moet worden opgehaald, mocht m. i. het rivierwater niet zonder nader onderzoek worden uitgesloten. In deze meening werden wij versterkt door het feit, dat de bijzonder sterke vervuiling van het water der rivieren ook slechts op een bloote bezichting werd aangenomen, en voorzoover ons bekend, naar de hoegrootheid dier vervuiling eigenlijk nooit een systematisch onderzoek werd ingesteld.

Een orienteerend onderzoek naar de verontreiniging der rivieren door Dr. de Haan en mij ingesteld, wordt afzonderlijk