rust op het tusschenschot, terwijl een tweede deksel met een smallen rand over den bovenrand grijpt. Dit doosje is door acht holle cylindertjes, die buiten op de zijwanden zijn gesoldeerd, in een tweede zinken kistje zoodanig bevestigd, dat de bovenrand van het buitenste even boven het deksel van het binnenste uitsteekt. Het buitenste kistje is 20 cM. diep, heeft een grondvlak van 22 cM. in het vierkant, en wordt ook door een zinken deksel met smallen overgrijpenden rand gesloten.
Er blijft dus tusschen de beide zinken kistjes een ruimte van 5 cM. breedte over. Deze ruimte wordt gevuld met ijs, waartoe 4 a 5 K. G. noodig is. Om het te spoedig smelten van het ijs te voorkomen, wordt het kistje in een houten kist van 32 cM. grondvlak en 30 cM. hoogte geplaatst, terwijl de ruimte tusschen zink en hout met houtwol is opgevuld; ook in het 5 cM. hooge deksel bevindt zich houtwol.
Is het kistje eenmaal koud, dan blijft bij één vulling het water in de fleschjes gedurende 24 uur beneden 4° C.
De flesschen, zoowel groote als kleine, worden met een wattenprop gesloten, waarover een stuk chineesch papier gebonden is, en zoo gesteriliseerd. De glazen stoppen worden in watten en papier gewikkeld gesteriliseerd. Heeft men de flesch gevuld, dan pakt men de stop voorzichtig uit, zoodat men alleen dat gedeelte aanvat dat buiten de flesch blijft. Men behoeft dan niet steeds te flambeeren, wat bij wind in de openlucht toch weinig zekerheid geeft.
Voor het bacteriologisch onderzoek werden van elk monster platen gegoten van agaragar, die met bouillon de panse bereid was, De gebruikte verdunningen waren 1:10, 1:100 en 1:1000, terwijl voor elke plaat 1 cM3. der verdunde vloeistof gebruikt werd. De tellingen geschiedden met het bloote oog en werden in den regel tot den negenden dag voorgezet.
Het chemisch onderzoek bepaalde zich tot chloor, nitrieten, ammoniak en organische stof, terwijl ook kwalitatief in een aantal gevallen op salpeterzuur onderzocht werd.
20