®' ' > 'n'andsch fuselier, 3 jaar in dienst. Was voor zijn in diensttreden nooit ziek. Is in het Djambische ziek geworden met koorts, die begon met koude rillingen en eindigde met zweeten. Later, 10 dagen voor zijn opname in het hospitaal alhier, begon hij moeilijk te loopen en kreeg hij last van kortademigheid na lichte inspanning. Direct na zijne aankomst uit Djambi (7 Augustus 1903) kreeg ik heni onder behandeling.
Behalve bovengenoemde klachten had patiënt niets te vertellen. Eetlust, ontlasting en mictie waren normaal. Ontkent lues.
Hij was een matig ontwikkeld individu met geringen panniculus adiposus, geen oedemen, exanthemen of lymphklierzwellingen. Kleur van huid en zichtbare slijmvliezen normaal.
Tong licht beslagen. Pupillen gelijk, rond, goed reageerend. Zintuigen normaal.
Pols 100, regulier, aequaal, dicroot, normaal van vulling en spanning. Thorax normaal gebouwd; respiratie abdomino-costaal, 24. Ictus cordis zichtbaar noch voelbaar. Bij percussie aan hart en longen geen afwijkingen Auscultatie: 1= mitralis gespleten. Overigens is alles normaal. Milt en lever niet palpabel.
Faeces. consistentie normaal; zij bevatten veel ankylostomumeieren.
Haemoglobinegehalte 72"/,, (Fleischl-Miescher).
Motiliteit: Kuitspieren en tibialis anticus atrophisch. Parese onderste extremiteiten.
Galvanisch: M. tib- ant. sin. KaS. 2'/, mM. An. S. 4. Vrij trage contractie.
N, peroneus galvanisch en faradisch niet prikkelbaar.
Op den dag van aankomst koorts. In het bloed worden t r o p i c aparasieten gevonden.
T atient werd koortsvrij na chininegebruik en deponeerde na een thymolkuur een paar duizend ankylostoma
Hij ging 25 Augustus naar Tjimahi, en had daar geen koorts meer. Ook zijn motiliteit ging vooruit, zoodat hij 18 December werd uitgeschreven en als reconvalescent overging bij het 15e Bataillon.
7. M Inlandsch fuselier, 22 jaar in dienst, kwam 7 Augustus 1903 onder mijn behandeling Hij was vroeger nooit ernstig ziek geweest; wel had hij van tijd tot tijd koorts gehad In October 1902 werd hij o.a. voor koorts (febris intermittens) in het hospitaal alhier verpleegd. Bloedonderzoek werd toen niet verricht. In Maart 1903 ging hij naar Djambi en bleef daar gezond tot Mei, toen hij weer koorts kreeg,