daarbij geheel gesloten, zoodat gevaar voor infectie daarbij niet optreedt.

Bij het toestel, dat mij ter beproeving werd afgestaan, was de buis, die het water uit den filtreerenden cylinder afvoert, onmiddellijk onder de grondplaat rechthoekig omgebogen en onder tegen deze plaat gesoldeerd. Bij andere bevindt zich eene horizontale boring in de grondplaat, met een ingeschroefde buis aan den rand. Beide inrichtingen hebben het nadeel, dat zij niet gemakkelijk schoongemaakt en niet behoorlijk gesteriliseerd kunnen worden. Wij maakten den vertegenwoordiger der firma reeds op deze fouten opmerkzaam. Zij waren oorzaak, dat wij niet tot kiemvrij water konden komen bij onze proefnemingen.

Als proefbacterie maakten wij gebruik van bacterium prodigiosum, terwijl ook eenige proeven met rivierwater werden verricht.

De eerste proef met een filtreerend lichaam 60-70 gaf een ongunstig resultaat, daar prodigiosus na korten tijd doortrad. Daarna werd een serie proeven met een lichaam 70-80 genomen, die beter resultaten opleverden. (De cijfers slaan op de dichtheid van het medium, zoodat de hoogste cijfers de fijnste openingen aanduiden, en dus ook den hoogsten druk eischen voor een zelfde debiet.) De inrichting dezer proeven was aldus:

De cylinder en de kaoutchouk ringen werden bij 120° gesteriliseerd, de metalen deelen met spiritus overgoten, die daarna werd aangestoken. Nadat 10 minuten water uit de waterleiding was doorgepompt, werden drie platen gegoten ieder met 1 cM3. water. Het debiet bedroeg toen 30 L. per uur. Daarna werd in een teil een hoeveelheid van ongeveer 30 L. water, waarin twee agaragarculturen van bacterium prodigiosum waren verdeeld, gedaan en hieruit verder gepompt.

Na verschillende tijden werden dan platen gegoten en het debiet bepaald. Eenige dagen achtereen werden, zonder

16