behandeld, waren uit het zelfde gezin, en de eene was spoedig ziek geworden, nadat zij op eene onderneming gelogeerd had, waar onder de bevolking veel buikziekte voorkwam. Beiden hadden de klassieke verschijnselen, zoodat de behandelende geneesheer dadelijk aan bacillaire'dysenterie gedacht had. Uit de etterig bloederige ontlastingen werden een aantal stammen geisoleerd door middel van Drigalskyplaten. Die van de eerste patiënt werden van 1—6, die van de tweede van 7—17 genummerd. Kort daarna bracht ook collega Koolemans Beynen twee gevallen, van welke de geïsoleerde stammen met 21 — 24 en met 25 — 28 zijn betiteld. De derde patiënt, een Europeesch zeeman, overleed twee dagen na zijn opname in het hospitaal. Bij de sectie bleek, dat de geheele dikke darm sterk ontstoken was en het slijmvlies voor het grootste deel uit vlakke ulcera en fibrineuse beslagen bestond. Jammer genoeg kon ik van dezen patiënt geen serum krijgen.
In tabel 1 heb ik het gedrag van die culturen, die op hun agglutinatie werden onderzocht tegenover melk, lakmoesmannietagar en indolreactie vermeld. De tabellen 2, 3 en 4 geven de resultaten der agglutinatieproeven met het serum der lijders 1, 2 en 4.
Van de stammen 3 en 23 zond ik culturen naar Dr. Lim, die vond, dat zij door het serum van zijn patienten beide geagglutineerd werden. ').
Van de drie van het instituut Kral uit Europa ontvangen stammen Kruse, Shiga en Flexner (daar Cetti spontaan geagglutineerd werd heb ik die later niet meer gebruikt) wordt Flexner in alle door mij onderzochte gevallen het sterkst geagglutineerd. Patiënt 1 en 2 agglutineeren echter ook duidelijk Kruse, terwijl Shiga in het geheel niet geagglutineerd wordt. Het serum van patiënt 4 werkt op Kruse evenmin als op Shiga.
') Bij Lim als Bat. C. B. 3 en Bat- 3 genoteerd.