Over het voorkomen van bacillaire dysenterie in Nederlandsch=lndië (11),

door Dr. G. GRIJNS.

In de mededeelingen van ons laboratorium ') gaf ik het vorig jaar een overzicht van hetgeen door ons hieromtrent gevonden was; sedert verscheen een publicatie van Lim 2) te Semarang, waarin iiij 9 gevallen beschrijft van dysenterie door hem waargenomen. Uit één daarvan gelukte het hem een bacterie te isoleeren, die in cultuureigenschappen geheel met die van Shiga-Kruse overeenkomt, terwijl zij door het serum van alle 9 lijders geagglutineerd wordt. Ik kan aan de beschrijving van Lim nog toevoegen, dat de stammen III en V, die ik van hem ontving, ook lakmoesmannietagar niet deden verkleuren.

In de eerste aflevering van dezen jaargang deelt van Loghem 3) waarnemingen over dysenterie in Medan mede. Het gelukte hem van drie lijders stammen te verkrijgen, die in hunne groeiwijzen met echte Shiga overeenkomen en door een agglutineerend Shigaserum uit Berlijn op specifieke wijze geagglutineerd werden, terwijl 7 stammen, die lakmoesmanniet rood kleurden, niet door Shigaserum, maar wel door dat van de patienten zelf geagglutineerd werden.

In het afgeloopen jaar had ik na het verschijnen van het verslag nog gelegenheid 4 patienten te onderzoeken. Twee patienten, die door collega van Genderen Stort werden

') Oeneesk. Tijdschr. v. N. I. XLVIII p. 356.

2) Ibid. XLVIII p. 659-

:1) Over bacillaire dysenterie in Deli. Ibid XLIX p. 163.

14