die onder decoct teruggingen, waaronder zich echter weer hydropericard ontwikkelde, dat ook weer terugging.
57. Onder k. h. gebruik geen hydropericard Na staking k. h. ontwikkeling van licht hydropericard, dat terugging. Verder geen teekenen van beri-beri behalve verdwenen kniereflex. Pat- had eenmaal een spoor eiwit in de urine
67. Pat had bij eerste onderzoek sterk hydropericard met andere symptomen van beri-beri fsystolische geruischen, zeer versterkte 2e puim., spoor oedeem, sterke paresen). De overige symptomen gingen onder gebruik van k. h. terug; het hydropericard verdween eerst en kwam daarna terug Na staking k. h. bleef sterk hydropericard bestaan en traden weer lichte paresen op. Onder decoctgebruik verdween eerst weer het hydropericard, doch keerde weer terug.
70. Pat- had onder k h. gebruik geen hydropicard, doch wel paralysen. Deze laatsten gingen na staking der katjang hidjoe terug, doch er ontwikkelde zich toen hydropericard, dat onder decoctgebruik weer verdween
74. Had van den aanvang af dilatatio cordis met versterkten 2en pulmonaaltoon. Onder k. h gebruik ontwikkelde zich hydropericard, dat na staking langzamerhand verdween. Geen paralysen of oedemen; kniereflex aanwezig.
78. Onder k. h. gebruik geen hydropericard. Geen andere symptomen van beri-beri behalve systolisch geruisch puim. en versterkte 2e puim. Kniereflex ontbrak alleen bij laatste onderzoek.
84. Zonder k. h. gebruik ontwikkelde zich hydropericard; andere beriberisymptomen (sterke paresen, licht oedeem) gingen terug Het hydropericard verdween nog onder k. h. gebruik. Na staking der katjang hidjoe weer ontwikkeling van hydropericard, dat ook weer verdween. Er traden ook weer paresen en oedemen op
• II. Zonder k. h. ontwikkelde zich hydropericard, dat onder gebruik van k. h verdween. Er bestonden hartsymptomen en oedemen, die onder k. h. gebruik verbeterden
II3l Zonder k. h. geen hydropericard. Wel van den aanvang af