gaf de voorkeur aan hurken en opstaan boven de inspectie van den gang, omdat stoornissen in eerstgenoemde bewegingen zich gemakkelijker laten taxeeren. Zoo noodig werden toch ook enkele opmerkingen over den gang genoteerd. Wij spraken van: „opstaan—1", als de patiënt wel kon opstaan, doch daarbij met zijn handen op den grond of op de knieën moest steunen. „Opstaan —2" beteekent, dat patiënt alleen kon opstaan door zich aan de krib op hijschen, „opstaan-3", dat hij alleen met behulp van een ander persoon overeind kon komen. Nog sterkere graden van

parese werden aangeduid met „verlamd". Stoornissen in het hurken werden eveneens aangegeven met—1 tot —3, al naar mate patiënt min of meer spoedig doorzakte.

Het onderzoek der urine geschiedde geleidelijk. Aan- of afwezigheid van albumen werd met + of — boven in de daarvoor bestemde kolom aangegeven, zonder dat daarbij de datum van onderzoek is vermeld.

Een volledige waarneming ziet er nu aldus uit:

Doorloopend nummer.

Datum.

Pols- Hartsw. HART.

Liggend. StaandLiggendStaand

Percussie. Auscultatie.

K n i e r e f 1. Oedeem, Albuminurie Hurken.

Opstaan ' —I

15 23/2 68 76 0 0 n n + 0 — 0 0 Van af 24/2

29/2 88 0 0 0 0 KatJanS ll,d)°

6/3 100 72 0 0 0

13/3 84 0 0 0 0

20/3 96 0 0 0 0

27/3 84 0 0 0 0

29/3 90 96 0 '/2 n n + 0 0 0

3/4 84 >/2 0 0 0

10/4 80 '/2 0 0 0

24/4 82 0 0 0 0

1/5 88 0 i 0 0 0

5/5 88 0 0 0 0

12/5 84 0 j 0 j 0 0