Contrölen. Het antigeen in een verdunning van 1 — 10 had zonder toevoeging van serum reeds een licht remmenden invloed op de haemolyse en werd daarom niet verder gebruikt. Overigens als in geval I.
Geval XI.
Bloedserum van een lijder aan lepra maculo-anaesthetica met antigeen uit een stuk huid met veel lepra-bacillen.
1 I s ë~r"u~m!
1 ANTIGEEN. j _ ]0 | i — 20 1 — 30 1 — 40
1 — 10 Onvolk. Onvolk. Onvolk. Onvolk.
haemol. haemol. haemol. haemol.
1 — 50 j id. id. | id. id. id. id. id. id.
1 — 100 id. id. j id. id. , id. id. id. id.
1 — 200 . id. id. id. id. id. id. id. id.
Contrölen als bij geval I.
Geval XII.
Bloedserum van een lijder aan lepra maculo-anaesthetica met hetzelfde antigeen als geval XI.
In dit geval verliep de reactie volkomen gelijk aan die in geval XI.
Geval XIII.
Bloedserum van een lijder aan licht geinfiltreerden vorm van lepra maculo-anaesthetica met hetzelfde antigeen als geval XI.
In dit geval verliep de reactie volkomen gelijk aan die in geval XI.
Geval XIV.
Bloedserum van een lijder aan lepra anaesthetica (zeer oud geval) met hetzelfde antigeen als geval XI.
In dit geval verliep de reactie volkomen negatief.