een weinig exsudaat, den volgenden dag van het bijna genezen wondje genomen, gaf geen resultaat.
In het andere geval onderzochten wij een jodoformtampon uit den uterus van eene onder verdachte verschijnselen gestorven vrouw; een rat kreeg stijve extremiteiten aan de zijde waar een stukje van de tampon onder de buikhuid was gebracht; kweekproeven en overenting op andere dieren hadden geen verder resultaat.
Histiologisch onderzoek. Uitgesneden stukjes van huidgezwellen gaven in een geval — van den voet van een Javaansche vrouw — carcinoma simplex (met parels van verhoornde cellen) te zien; in een ander geval betrof het een ulcus rodens op het voorhoofd bij een bejaarde half-Europeesche vrouw; hier ontbraken de verhoornde cellen en werd de diagnose op woekering der „basale cellen" gesteld.
Verdere onderzoekingen betroffen chronische ontstekingsprocessen in de mondholte, den uterus en aan de portio vaginalis uteri; voorts tuberculose van de kniekapsel, sarcoom van de tibia en een goedaardige nieuwvorming van het slijmvlies van de mondholte.
Het komt mij wenschelijk voor, eenige wenken betreffende de verzending van materiaal in dit verslag op te nemen en met een paar woorden aan te geven, op welke wijze bij bepaalde ziekten de hulp van het laboratorium kan worden ingeroepen.
Cholera. Door Dr. Kuenen is reeds in het vorige jaarverslag meegedeeld, dat het laboratorium wattepropjes, op een „lidi" bevestigd en in een reageerbuisje ingesloten, ter beschikking stelt. Bij het gebruik wordt de watteprop, die het reageerbuisje afsluit, verwijderd, het met watten voorziene stokje met faeces (desnoods in het rectum) gedrenkt, en weder in het reageerbuisje geplaatst, dat weder met watten en met paraffine of lak wordt afgesloten. Is men bang dat gedurende een lang vervoer de cholerabacillen door uitdrogen zullen afsterven, dan kan men een weinig gekookte