der zwartwaterkoorts is, dat de praedispositie voor de ziekte alleen ontstaat door vroeger doorstane of nog steeds bestaande malaria, terwijl dan de eene of andere gelegenheidsoorzaak noodig is, om den acuten aanval te veroorzaken. Op welke wijze dit echter geschiedt, ligt nog volkomen in het duister, hoewel verschillende auteurs hierover wel hunne meening geuit hebben. Zoo zien Bignami en Bastianelli de oorzaak van het verminderde weerstandsvermogen der roode bloedlichaampjes in de anatomische veranderingen der haemopoëtische organen. A. Plehn rs het niet hiermede eens op grond van het feit, dat de ziekte dan veel nienigvuldiger zou moeten voorkomen in die streken, waar veel chronische malaria met milttumoren heerscht, zooals in Italië, en dit is niet het geval. Daarom geeft Plehn een andere verklaring. Hij meent nl., dat door de voortdurende anaemiseerende werking der latente malaria-infectie de haemopoëtische organen tijdelijk functioneel uitgeput kunnen raken en aldus een minderwaardige qualiteit van erythrocyten leveren, die dan vatbaar zouden zijn voor acute haemolyse.

Hetzelfde bezwaar, dat Plehn tegen de opvatting van Bignami en Bastianelli heeft, heb ik tegen de zijne. M. i. zou, als Plehn's verklaring de juiste was, de ziekte wel meer moeten

voorkomen in ook andere streken, waar chronische malaria en

de daarbij consecutieve anaemie bestaan, zoo b. v. in onze koloniën, Algiers, Syrië, enz. Ook komt defebrisbiliosahaemoglobinurica voor bij krachtige menschen, wier haemoglobinegehalte van het bloed volkomen normale waarden vertoont. P1 e h 11 erkent dit en voelt zelf de moeilijkheid hiervan. Hij zegt dan ook in zijn pleitrede voor zijn zienswijze zeer politiek: Es ist dabei nicht immer nötig, dass diese Anamisierung in Form v'óti verringertem Hgb. Gehalt des Blutes und vemiinderter Zahl der "roten Blutkörperchen ohne Weiteres direct nachweisbar ist, denn der ,'zerstörung steht die Blutneubildung gegeniiber, welche den Verlust

zeitweise mehr oder weniger vollkommen deckt .

" (A Plehn Ueber die Verhütung und BehAndlung des Schwarzwasserfiêbers. Archiv f. Sch. u. Trop. Hyg. Bd. Vil heft 12. pag. 543).