brokjes voorzichtig met den vinger afhalen, en ten slotte door blaasspoeling de kleinere deeltjes verwijderen.
Er had geen bloeding plaats.
Er was nog geen 15 cM3. chloroform gebruikt; de pols was klein en week, frequentie 124.
's Middags en 's avonds was de temperatuur respectievelijk 378 en 384. Ook den volgenden dag was zij nog licht verhoogd, tot 376 toe (oksel). Van den derden dag afwas
patiente afebriel.
De urine bevatte dezelfde afwijkende bestanddeelen als vóór den ingreep, en liep druppelsgewijze uit de urethra af.
Van den eersten dag af werden geregeld eiken dag twee blaasspoelingen gedaan, met een 3°/0 boorzuuroplossing, gevolgd door eene lavage met sol. nitrat. argentic. 'ƒ2000Het patientje leefde op melkdieet. Den vijfden dag was de urine veel helderder, maar werd nog steeds druppelsgewijze
onwillekeurig geloosd.
De ontlasting was dun, en bevatte veel slijm, geen bloed, en microscopisch talrijke dysenterie-amoeben. De defaecatie had van 6—10 keeren per dag plaats, maar de tenesmi waren veel milder, en de prolaps trad slechts den eersten dag op, daarna niet meer.
Ongelukkigerwijze wilde de moeder het kind niet op de ziekenzaal laten, welke pogingen ik ook aanwendde haar te overreden. Het meisje werd medegenomen naar de kampong, en is daar 6 dagen later overleden, op 6 Oct. Het had natuurlijk geen dieet gehouden, had gewoon met de andere kinderen meegespeeld, en werd ook niet meer op de polikliniek gebracht, om gespoeld te worden.
Toen ik het de laatste maal, 5 Oct., zag, lei het op een matje, zeer bleek, met bijna onvoelbaren pols. De temperatuur was 364.
Vermoedelijk is dit patientje dus toch gesuccombeerd aan de uitputting door de dysenterie veroorzaakt, afgaande op de afwezigheid van verhooging van temperatuur. Lijkschouwing werd natuurlijk niet toegestaan.