men de oorspronkelijke waarnemingsstaten kunnen opzenden, welke na overneming van de gegevens in de daartoe aanteleggen registers desgewenscht teruggezonden kunnen worden. Wil men een afschrift inzenden, zoo worden gaarne de benoodigde formulieren daartoe door het Observatorium verstrekt.
Zij die geen dagcijfers meer ter beschikking hebben, gelieven opgave te doen van de maand- (eventueel tiendaagsche) sommen van regenval en aantal regendagen en van den maximum val per etmaal voor elke maand.
Ook hiervoor kunnen formulieren verkregen worden.
In het vervolg zende men in ieder geval dagcijfers.
Tot dusver werden formulieren gebruikt, ingericht voor een geheel jaar, welke na afloop van het jaar werden ingezonden; met ingang van het jaar 1909 wordt men verzocht de gedane waarnemingen elke maand intezenden; hiertoe zullen tijdig briefkaarten ter invulling worden gezonden aan allen, die thans reeds waarnemingen inzenden en aan hen, die om toezending vragen. De jaarlijksche formulieren kunnen dan blijven dienen als legger, terwijl het duplicaat, na afloop van het jaar intezenden, een waardevolle controle op de maandelijksche opgaven zal verschaffen.
Verder is het zeer wenschelijk dat behalve van bovengenoemde gegevens bij de eerste inzending n a u w ke u r i ge opgave gedaan wordt van de ligging van den regenmeter, zoodat het station zonder bezwaar in de kaart kan ingeteekend worden. Hiertoe is het eenvoudigst vermelding van richting en afstand in rechte lijn ten opzichte van een op de kaart te vinden plaats of bergtop; staat de onderneming op eenige kaart aangegeven, dan gelieve men die kaart te noemen (naam, jaartal, schaal, uitgever), onder vermelding op welk deel van de onderneming de regenmeter
staat; (bijv M. Noord van landhuis, enz.); zoo
noodig voege men een schetsje bij; verder de hoogte bo-