beschermd, terwijl de hoeveelheid verbruikte chinine ruim 1700 KG. bedroeg. Door malaria aangetast werden er 10.663 of 17.67 °/0. Er werden 106 pernicieuse gevallen geconstateerd, terwijl er 17 sterfgevallen vermeld werden.

Ook bij het Italiaansche Leger werd de malaria-bestrijding voortgezet, doch ook in dit jaar traden de resultaten niet duidelijk te voorschijn, hetgeen uit de volgende morbiditeitscijfers over de jaren 1903—1906 moge blijken, nl. 24.14°/00, 19.21 °/0o, 23°/00, en 18.94°/0o- Het aantal sterfgevallen aan malaria bedroeg slechts 3 op een totale legersterkte van 211.718 man. Bij de carabinieri daalde het aantal malariagevallen van 629 in 1905 op 443 in 1906. Zij gebruikten echter allen prophylactisch chinine in de maanden Juni t/m October.

Dit jaar werden wederom eenige gegevens vermeld omtrent de malaria-bestrijding onder de douane-ambtenaren. In de jaren 1903 en 1904 werd voornamelijk de mechanische methode gevolgd, in 1905 werd er een begin gemaakt met gelijktijdige chinine-prophylaxe, terwijl in 1906 beide methoden naast elkander stelselmatig werden toegepast. De verkregen zeer gunstige resultaten waren als volgt:

1900—1902 65.30% geen prophylaxe;

1903 12.73°/0 mechanische prophylaxe;

1904 12.19% id.

1905 10.86% id. en begin chinine-prophylaxe;

1906 7.31 % gemengde prophylaxe.

Cel li maakt in zijn slotverhandeling opmerkzaam op de periodieke jaarschommeiingen, die zoowel de malaria-morbiditeit als de mortaliteit vertoont.

In de malaria-sterftestatistiek over geheel Italië van af het jaar 1887 komt iedere 4 a 5 jaar een top voor. Waar de laatste top zich in liet jaar 1900 vertoonde, zou dus het jaar 1904 of 1905 zich wederom dooreen verhoogde mortaliteit gekenmerkt moeten hebben, hetgeen echter niet het geval was. Gaat men de morbiditeitstatistiek na, ontleend aan de