sporadisch voor. Cholera en lepra werden niet waargenomen. Beriberi in één geval afkomstig van Medan.

Een kleine endemie van kinkhoest deed zich in de maand Maart en April voornamelijk ter hoofdplaats voor. Ook van hier wordt gerapporteerd dat syphilis en huidziekten in zeer groot aantal en zeer verspreid hier voorkomen.

Het civiel ziekengesticht was steeds overvuld. Opgenomen werden 403 mannen en 275 vrouwen, w. o. 120 prostituées. Restant op 1 Januari 1908 was 173 patienten. Vergrooting en ook verbetering van de verpleging wordt door verslaggever hier zeer noodig geoordeeld. Het water van de Krakalbronnen in het Keboemensche werd naar hier gezonden en in daarvoor geschikte gevallen aangewend, maar t. n.t. zonder merkbaar succes.

RESIDENTIE DJOKJAKARTA.

De algemeene gezondheidstoestand was bevredigend. Epidemieën kwamen niet voor. Malaria, cholera, beriberi en lepra werden niet gerapporteerd. Pokken en waterpokken kwamen sporadisch voor.

Koortsen en buikziekte kwamen wel meer voor dan het vorige jaar, maar waren gewoonlijk van goedaardig karakter. Waar dit het geval was, werden kininetabletten tegen lagen prijs verkrijgbaar gesteld. Ze vonden wel aftrek, maar volgens den Resident voornamelijk bij de Inlandsche Ambtenaren en minder bij den dessa-man.

Uit deze Residentie kwamen in het Instituut Pasteur te Weltevreden onder behandeling 3 Europeanen en 20 Inlanders. 1 patientje stierf 30 dagen na't begin der behandeling aan lyssa. 't Betrof ook hier een vrij diepe verwonding in het gelaat.

Djokjakarta. Bevolkingssterkte: 2342 Europeanen, 1110814 Inlanders en 5549 Chineezen en vreemde Oosterlingen.

De regenval bedroeg 2439 mM. in 124 regendagen. De