en October het ongunstigst. Een bij het verslag gevoegde grafische voorstelling der sterfte over 11 jaar geeft eveneens duidelijk deze stijging gedurende deze maanden aan.

Deze sterftelijn over 1907 bleef bijna overal beneden de gemiddelde, wat dus wel wijst op eene verbetering van den algemeenen toestand.

Het gemiddelde sterftecijfer pro mille voor 1907 globaal berekend op de bevolkingssterkte van het vorige jaar voor Semarang is voor Europeanen 31 °/00, Inlanders 43°/00 en Chineezen en vreemde Oosterlingen 54°/u0. Het totaal sterftecijfer voor Semarang voor 1907 is 44 °/00, voor de niet europeesche bevolking 44.7 °/00-

Pokken werd officiel opgegeven in 49 gevallen, waarvan 4 bij Europeanen, 27 bij Inlanders en 17 bij Chineezen en vreemde Oosterlingen. In het rapport voor besmettelijke ziekten worden gemeld 54 gevallen met 3 sterfgevallen. Pogingen tot ruime revaccinatie in het Chineesche kamp en van revaccinatie der kinderen op de Chineesche scholen ondervonden veel tegenstand en moest ervan afgezien worden.

Diphteritis werd in 6 gevallen bacteriologisch geconstateerd met 1 sterfgeval.

Typhus in 141 gevallen, waaronder 83 bij Europeanen. Het sterftecijfer was ± 10°/0.

Lepra. Hiermede werden in het Hulpstadsverband opgenomen 28 lijders, waarvan 7 naar Pelantoengan konden worden gezonden.

Vijfdaagsche koorts nog al eens met atypisch verloop (7 dagen) kwam hier zeer veel, voornamelijk bij Europeanen voor.

Malaria is hier endemisch, in het algemeen zooals verslaggever zegt echter niet van kwaadaardig karakter. Het aantal koortsgevallen in de afdeeling is echter verbazend groot, nl. 51249 gevallen, waarvan 6079 (12 °/0) met doodelijken afloop.