wel eens wat meer mee te verklaren dan hij dadelijk kan Schaumanns voorstelling heeft het groote voordeel van iets concreets te geven, terwijl de argumenten, die hij aan zijne analysen van boonen ontleent, nieuwe zijn. Zij vereenigt de verklaring van een groot aantal waarnemingen onder één gezichtspunt, en geeft aanleiding tot nieuwe onderzoekingen. Al is er nog veel onderzoek noodig om haar te bewijzen, toch is zij als werkhypothese zeker te aanvaarden.
Ofschoon ik mij voorgenomen had, heden avond enkel over de onderzoekingen van Holst en Fröhlich en die van Schaumann te spreken, vrees ik toch dat ik U onbevredigd zou laten, wanneer ik met geen enkel woord melding maakte van de infectietheorieën der beriberi. Ik wil U niet vermoeien met een schildering van de talrijke coccen en bacteriën, en van de protozoën, die als oorzaak dezer ziekte beschreven zijn. Meestal hielden zij het niet langer uit, dan tot een ander onderzoeker de experimenten, die hun aanspraak op den titel van beriberimikrobe had gegeven, herhaalde. Ook de Kakke-coccus, door Tsuzuki in den laatsten tijd in Japan gevonden, kon door andere onderzoekers met name Matsushima, Herzog en Horiuchi niet worden gekweekt. Wij kunnen evenwel de waarnemingen, die er op wijzen, dat beriberi een infectieziekte zou zijn, niet met stilzwijgen voorbij gaan. Echter moet ik daarbij op den voorgrond plaatsen, dat vele argumenten, die voor de infectieusiteit der beriberi worden aangehaald, eigenlijk niets bewijzen.
Het feit b. v. dat de beriberi even als vele andere infectieziekten vooral jonge mannen aantast, zou even goed te verklaren zijn uit de omstandigheid, dat juist jonge menschen de krachtigste stofwisseling hebben, en dus bij eenig te kort in het voedsel het snelst hun reserve-voorraad hebben uitgeput. Dat beriberi dikwijls een zeer groote uitbreiding onder bepaalde categorieën van personen verkrijgt, mag aan eene infectie doen denken, het is evenzeer verklaarbaar,