zweer genas, bijna zonder uitzondering, snel en voorspoedig. Tot energische maatregelen, cauterisatie enz. heb ik nooit mijn toevlucht behoeven te nemen. Geen enkele maal zag ik bij deze behandeling jodoformeczeem. Omtrent de behandeling van de zware gevallen, gezien in het stadsverband, kan ik alleen berichten, dat ook daar de ulcera zich met jodoformbehandeling over het algemeen snel reinigden; overigens beheerscht de algemeene toestand van den lijder vrij wel het verder verloop.
Uit een en ander meen ik nu de volgende conclusies te mogen trekken:
Ten eerste: Het hier voorkomende ulcus phagedaenicum vertoont in het algemeen min of meer de door de meeste schrijvers als daarvoor typisch aangenomen verschijnselen.
Ten tweede: In de overgroote meerderheid der gevallen wordt in het secreet van de wond en in het beslag van den wondbodem aangetroffen een combinatie van den bacil van Vincent met spirochaeten van het refringens- en pertenuistype.
Ten derde: In een kleine minderheid van de gevallen, die zich overigens in geen enkel opzicht van de andere onderscheiden, is alleen de bacil van Vincent aanwezig.
Ten vierde: De ernst van het lijden is in hoofdzaak afhankelijk van den algemeenen toestand van het aangetaste individu, van den tijd, waarop de therapie wordt ingesteld, en den aard van deze therapie.
Ten vijfde: De therapie van het ulcus phagedaenicum is behandeling met jodoform.