door rijst —tot 200 gr. nasi, bevattende ruim 70 gr. koolh.—; 17 Aug., toen weer eens geen koolh. gebruikt was, bleek de urine voor het eerst vrij van suiker. In dezen tijd werd ook gedurende eenige dagen een infuus van daoen doedoek (Pteroloma triquetrum Benth.) gegeven, dewijl inwendige haemorrhoiden, die veel pijn en bloedafgang veroorzaakten, pat. het opstaan vrij wel beletten. Van deze kwaal werd spoedig geen last meer ondervonden. 21 Aug. bleek het lichaamsgewicht van 57 tot 60 Kilo toegenomen te zijn. 22 Aug. was er weer geen suiker in de urine, hoewel den vorigen dag ± 80 gram brood was gegeten. Van 23 Aug. af gebruikte pat. nu b. o. sap, dat hij thuis zelf perste, uit 100 gr. knol per dag. 29 Aug. 1.1% suiker in de urine van het afgeloopen etmaal —1.5 Liter—, terwijl aan rijst en brood ± 75 gram koolh. was gebruikt. 5 Sept. geen suiker; in den vorm van aardappelen was weer 75 gram koolh. opgenomen. Van 5—8 Sept. perste pat. het sap uit stukken van een zeer groote knol, die hem door een familielid vereerd was: een kostbaar geschenk in dezen tijd van b. o.schaarschte! Het innemen van dit sap had echter telken male onaangename verschijnselen, als misselijkheid en zeer hinderlijke congestie ten gevolge. Toen mij dit ter oore kwam, ging ik eens op inspectie uit en bevond, dat de fameuze knol géén b.o. was, maar ontgetwijfeld een Dioscorea-knol, die ik hield voor gadoeng (D. hirsuta Reinw.) Een onderzoek, door Dr. Gorter ingesteld, bracht echter nader aan het licht, dat het alkoloid in deze knol niet met dioscorine overeenstemde; hij zal dus van een andere giftige Dioscorea-soort afkomstig geweest zijn.

Dit voorval leert intusschen, dat eenige nauwlettendheid bij de aanschaffing van b.o. niet overbodig is. Gadoeng is overigens reeds uitwendig, aan de talrijke wortelharen, gemakkelijk van b.o. te onderscheiden.

Tot 18 Sept. werd nu geei\b. o. genomen en intusschen de koolh. toevoer nog wat verhoogd, zonder dat suiker in