Is behept met lichte parese (?) v.d. rechter musculus abducens, diplopie wanneer patiënt sterk naar rechts ziet (horizontale blikrichting). Ophthalmoskopisch geen afwijking.
Visus oculi dextri: refractie in het rechte beeld bepaald -+- 0.50 D.
25—26 Oct. Patiënt aggraveert hardnekkig.
27 Oct. Met prisma-proef triplopie !!
28—29 Oct. Blijft aggraveeren.
30—31 Oct. Met prisma 15" 1 C rood glas voor 't linkeroog v. o. d. Vso !! zal echter nog wel s/s worden.
1 Nov. Heeft weer geweldige palpitaties. 165 i. r. regelmatig.
2 „ Visus o. d. »/•■
„ o. s. 5/ePalpitaties belangrijk minder p. i. r. 106.
3 Nov. Hartactie nog voelbaar p. i. r. 84.
p. n. g. b. 122.
Harttonen i. r. en na g. b. zuiver; geen oedemen.
Tweede pulmonaaltoon versterkt. Afebriel.
4 Nov. Pols i. r. 82 n. g. b. 96 reg. en aeq.
8 Nov. Hartactie in rust bonzend, pols 122, geen oedemen.
„ n. g. b. sterk bonzend, pols onduleerend, 180 ; is benauwd, tonen i. r. vrij zuiver, n g. b. sterke soufflé aan alle ostiën.
24—25 Stationnair over het algemeen.
Pols kalmer, slechts nu en dan een lichte irregulariteit.
28—29 P. i. r. 96 n. g. b. 126; in rust en na g. b. lichte dyspnoe;
klaagt over aanhoudende dyspnoe en slapeloosheid; hartactie i. r. voelbaar, n.g. b. bonzend (matig); geen oedemen, reflexen goed, iets verhoogd.
1—2 Dec. Pols gemiddeld 84 in rust en 108 n. g. b. Hartactie in rust duidelijk waarneembaar, n. g. b. meer of minder bonzend, doch over het algemeen regelmatig. Temperatuur ook 's nachts normaal. Reflexen gewoon, vaak iets verhoogd.
4—5—6 Dec. P. i. r. 82 n. g. b. 108; hartactie i. r. en n. b. bonzend, kniereflex heden belangrijk verhoogd.
21 Dec. Is thans zoover hersteld dat hospitaalverpleging niet meer noodzakelijk wordt geoordeeld.
VII. 15 Februari—28 Maart 1907.
Status praesens: patiënt ziet er vrij goed gevoed uit, de slijmvliezen
zijn wat cyanotisch. Tremoren over bijna 't geheele lichaam.