gemaakt, was door verschillende onverwachte tegenvallers bij het werk eerst tegen Januari 1908 afgeloopen.

Hoewel de officiëele opening van de nieuwe Inrichting eerst den 9den Februari 1908 plaats had, en dus eene beschrijving feitelijk eerst in het Jaarverslag over dat jaar thuis hoort, meen ik deze reeds nu te kunnen geven, omdat wij bij het opmaken van dit verslag reeds eenigen tijd de nieuwe Inrichting in gebruik hadden.

De nieuwe Inrichting is gelegen aan den Straatweg „Tuin du Bus II" en grenst direct aan het Instituut Pasteur, zoodat de beide Inrichtingen, voor een deel door een lagen muur gescheiden, te zamen ééne instelling vormen.

Bijgaande plattegrond geeft een overzicht van de ligging van de verschillende gebouwen van het Instituut Pasteur en de Koepokinrichting.

Het oude gebouw, vroeger voor beide instellingen bestemd, zal na eenige verandering uitsluitend voor Instituut Pasteur worden gebezigd.

De nieuwe Landskoepokinrichting is paviljoensysteeinsgewijze opgetrokken, en bestaat uit 6 verschillende gebouwen, ieder met eene bepaalde bestemming.

Het geheel is in een grooten, onder toezicht van den Plantentuin te Buitenzorg aangelegden tuin gelegen.

Gebouw A vormt de verbinding tusschen de beide Inrichtingen. Hierin bevinden zich het Laboratorium, het bureau van den Directeur en dat van den opzichter.

Van A voert eèn overdekte gang naar B, dat bestemd is voor vaccinatiebureau van het publiek. Dit gebouw bestaat uit een wachtkamer voor Inlanders, een wachtkamer voor Europeanen en tusschen deze beide in gelegen een vertrek voor de vaccinatie. In de wachtkamer voor Inlanders en in het vertrek voor de inenting van het publiek zijn de muren tot 2 M. hoog met gekleurde porseleinen tegels bekleed, terwijl in het vaccinatievertrek boven deze tegels de muren met Ripolin zijn beschilderd. Hierdoor is het mogelijk deze