opzicht nauwkeuriger te zoeken en de kinderen in behandeling te nemen ook zonder dat de ouders het vroegen, maar daarvan kon met oog op het vele werk, dat reeds moest worden gedaan, geen sprake zijn. Er was bijna altijd zooveel te doen, dat er van de dokters djawa niet meer kon worden gevergd, en daar bij de gevolgde werkwijze zeker een grooter aantal zieken kon worden behandeld, dan wanneer de Inlandsche artsen ten koste van veel tijd zooveel mogelijk kinderen hadden nagegaan op de aanwezigheid van koorts, werd van het systematisch opsporen van zieke kinderen afgezien. Trouwens, dat ons werk ook in ander opzicht lang niet volledig is geweest, en dat wij met grooter personeel en betere medewerking van de wijkmeesters meer hadden kunnen bereiken, blijkt wel hieruit, dat van de in die anderhalve maand in de benedenstad gestorvenen, en dat zijn er zeker meer dan 100, er door ons slechts een paar zijn gezien. Verreweg de meesten zijn als overleden gemeld voordat bekend was, dat zij ziek waren. Ook hier vinden wij dus weer een hooge mate van indolentie en passiviteit tegenover de verkrijgbare geneeskundige hulp, die waarlijk het werk niet gemakkelijker en aangenamer maken.
Percentsgewijze zijn in de eene kampong veel meer menschen behandeld dan in de andere. Dit moge voor een deel hieraan liggen, dat niet alle kampongs even ongezond zijn, de hoofdreden is echter, dat de eene wijkmeester veel meer activiteit in het opzoeken der zieken vertoonde dan de ander. Er waren er bij, van wie het ons niet is mogen gelukken, ook maar nauwelijks voldoende medewerking te verkrijgen; anderen moesten telkens en telkens weer worden aangespoord, en slechts enkelen hebben bij voortduring werkelijk hun best gedaan om ons zooveel mogelijk behulpzaam te zijn. Het is een punt, dat werkelijk wel overweging verdient, om na te gaan, wat er aan te doen is, dat men zich in dit opzicht voldoende en voortdurende medewerking verzekert.