waarbij niet alleen financieele, maar ook oeconomische moeilijkheden zouden kunnen rijzen. Het is dan ook mijne bedoeling niet, er hier een pleitrede voor te houden, maar alleen de vraag naar de mogelijkheid onder de oogen te doen zien, welke gedeelten zoo mogelijk voor ontruiming in aanmerking zouden behooren te komen.
Ad 4. Ten slotte kom ik aan het punt, dat ik, als zijnde practisch uitvoerbaar en ontgetwijfeld nuttig, in het ter zake dienend rapport ten zeerste aanbeval, nl. de verstrekking van chinine.
Hier moet in de eerste plaats worden besproken, of de chinine gratis aan de bevolking dient te worden verstrekt, dan wel tegen vergoeding van een klein bedrag. Er wordt hierover zeer verschillend gedacht. De een is van meening, dat het middel beter zal worden geapprecieerd, als er iets voor betaald wordt en dat men dan minder gevaar loopt voor knoeierij, zooals verkoopen van het medicament en dergelijke. De ander zegt, dat gratis verstrekking beter is, omdat de Inlander er niet toe komt, geld uit te geven voor Europeesche medicijnen, waarin hij weinig of geen vertrouwen stelt. Ik voor mij geloof, dat deze vraag, zooals zij daar ligt, niet voor één enkele beantwoording vatbaar is. Ik houd . het er voor, dat men ook hier rekening heeft te houden met plaatselijke en tijdelijke dispositie. In sommige streken is de chinine reeds populair geworden en heeft de bevolking, die 'took maar eenigszins kan betalen, er iets voor over, om het te krijgen. Op andere plaatsen daarentegen is het besef van het nut der chinine nog volstrekt niet doorgedrongen; de bevolking voelt er nog niets voor, ja heeft er soms een afkeer van omdat het in onaangenamen vorm (oplossing) wordt gegeven of omdat zij de onaangename bijwerkingen breed uitmeet. Daar denkt er dan ook niemand aan, chinine te koopen.
Het wil mij nu voorkomen, dat, terwijl men in de eerstgenoemde streken zeker zonder bezwaar chinine te koop