Onderzoek naar de gehoorscherpte van Inlanders,

DOOR

Dr. H. F. MIN KEMA,

Offic. v. gezondh. K. N. M.

Daar tot nu toe slechts weinige onderzoekingen verricht zijn over de scherpte der zintuigen bij Inlanders, heb ik de gelegenheid aangegrepen, om, tijdens mijne detacheering aan den cursus in tropische ziekten, de gehoorscherpte nader na te gaan.

Voor zoover toegankelijk voor het onderzoek, is getracht * uit verschillende klassen der Inlanders personen aan het onderzoek te onderwerpen. Dank zij de welwillende medewerking van den chef van het militair hospitaal kon ik voor het onderzoek beschikken over de aan 't hospitaal werkzaam zijnde soldaten, ambulante patiënten en dwangarbeiders. Bovendien werd ik door den directeur van de school tot opleiding van Inlandsche artsen in de gelegenheid gesteld aldaar een 20 tal jongelui van de laatste studiejaren te onderzoeken. Het aantal der aldus onderzochten is geweest: 20 leerlingen der genoemde school, 40 soldaten, 25 patiënten en 30 dwangarbeiders, totaal 115 personen. Van dit aantal vielen 10 af wegens pathologisch verminderde gehoorscherpte door otorrhoea en sclerosis en 5 wegens onbetrouwbaarheid der opgaven, zoodat met 100 personen bepalingen werden verricht.

De gang van het onderzoek was als volgt. In de achtergalerij van het geneeskundig laboratorium werd de afstand bepaald, waarop fluisterend gesproken woorden werden gehoord. Deze woorden waren ingedeeld in groepen, behoorende, wat hunne intensiteit aangaat, tot de bas- en de discantzone. Daar de onderzochten geen lust schenen te