Over albuminurie bij Inlanders,

DOOR

G. W. KIEWIET DE JONGE.

De orthostatische albuminurie is een onderwerp, dat in de laatste jaren zeer veel pennen in beweging heeft gebracht, waarbij van de gelegenheid is gebruik gemaakt om een buitengewoon groot aantal hypothesen in de wereld te zenden, met de bedoeling dit merkwaardige verschijnsel te verklaren. Tot dusver is men het echter nog volstrekt niet eens kunnen worden, en theoretiseert men er in allerlei richtingen nog dapper op los, echter zonder veel succes.

Ik heb nu gemeend, dat het wellicht zijn nut zou kunnen hebben, in de tropen een aantal jonge menschen in dit opzicht te onderzoeken. Beschikte men overeen behoorlijk groote serie waarnemingen bij Europeesche en Inlandsche jongelieden in de tropen, dan zouden zich verschillen met in Europa verkregen resultaten kunnen voordoen, waardoor meer licht zou kunnen worden verkregen met betrekking tot de oorzaken dezer afwijking. Men zou daarbij speciaal zoowel Europeanen als Inlanders moeten onderzoeken; de eersten als vergelijkingsmateriaal met de in Europa verkregen resultaten, de laatsten, om den invloed van het ras, de andere levensomstandigheden etc. na te gaan.

Wat nu de Inlanders betreft, zoo ben ik door bemiddeling van den Directeur van Onderwijs, Eeredienst en Nijverheid in de gelegenheid gesteld, van alle Inlandsche schoolkinderen in Batavia de urine te onderzoeken. Bovendien kon ik dit ook van de leerlingen der school tot opleiding van Inlandsche