weer in de mondholte gekomen spijsbrok tuberkelbacillen eerst in de mondholte en van daar uit door aspiratie in de longen zijn geraakt. Het is evenwel de vraag of een dergelijke voorstelling eenigen grond van waarschijnlijkheid heeft. De in verhouding tot den grooten maaginhoud zeer geringe hoeveelheid bacillen-emulsie wordt natuurlijk in de maag goed door de spijsmassa heengewerkt en, zullen bacillen uit de mondholte in de luchtwegen geraken in een eenigszins merkbaar aantal, dan is het bijna niet anders denkbaar of dit zal moeten geschieden door middel van een brok voedsel, dus door zoogenaamd verslikken. Er is bijna geen rustiger en kalmer beweging denkbaar dan het herkauwen en ik geloof, dat hij, die een karbouw zich heeft zien verslikken nog geboren moet worden. Bovendien is de reactie op verslikken toch altijd die, dat datgene, wat daartoe aanleiding gaf, weer uit de luchtwegen wordt geslingerd en maar uiterst zelden zoover naar beneden zakt, dat het voorbij de bifurcatie komt. Mocht dit het geval zijn, dan zal toch zeker reactie van den kant der longen, in den vorm van lobulaire ontstekingshaarden (slikpneumonie), niet uitblijven. Van dit alles was bij onzen karbouw niets waar te nemen. Ware al eens een enkele tuberkelbacil zelfstandig in mond- of pharynxholte achtergebleven en zoodanig ingedroogd, dat hij later met de inademingslucht in de longen kon worden medegevoerd, dan zal hetzelfde bactericide vermogen, dat de longen in staat stelt zelfs miltvuursporen te dooden '), deze enkele tuberkelbacillen ook wel kunnen vernietigen.

Ik meen dus tot het trekken der bovengegeven conclusie volkomen gerechtigd te zijn en een nieuw bewijs te hebben geleverd voor de stelling, dat de tuberculose der longen een gevolg kan zijn van het nuttigen van voedsel waarin tuberkelbacillen aanwezig zijn, zonder dat

x) J. J. Snel. De ondergang der miltvuurbacillen in de long. Acad. proefschrift, Utrecht 1901.