vrij wel in het Begin, of ten minste voordat het proces ernstige vorderingen heeft gemaakt, onder behandeling en blijkbaar bestaat er dan alle kans op eene goede genezing.

Bij den Inlander en vooral bij den Chinees is dit meestal geheel anders; ongaarne gaat hij naar den Europeeschen dokter, die hem in een hospitaal opsluit en hem op streng dieet plaatst, terwijl hij zelf niet begrijpt waarom. Herhaaldelijk toch heeft hij in zijne omgeving zulke ziekten, waarbij bloedig slijm werd ontlast, zien beteren en hij beschouwt dus allicht die voor hem onaangename maatregelen als overbodig. Bovendien bezit hij in het opium een middel, waarmee hij het onaangenaamste symptoom van zijn ziekte, de pijn, met succes kan bestrijden en dikwijls wordt hem in het hospitaal dit middel in voor hem slechts te kleine hoeveelheden toegediend.

. De oorzaak van het fatale verloop der amoebendysenterie bij Chineezen en Inlanders is dus mijns inziens weder datgene, waarop ik in het voorgaande reeds herhaaldelijk heb gewezen: wij krijgen den Inlander en den Chinees te laat onder behandeling.

Dat door dezelfde omstandigheid de kans op infectie der omgeving wordt verhoogd, behoeft verder geen betoog.

H. Beri-Beri.

In 1907 is post mortem zesmaal de diagnose op beri-beri gesteld geworden. Een verkort relaas der verschillende sectieprotocollen moge hier volgen.

S. 15. Hart gedilateerd, rechter atrium en ventrikel hypertrophisch; links geen hypertrophie; spierkleur bleek; kleppen normaal; in de aorta beginnend atheroma. Longen met vele pleura-adhaesies, oedeem en kleur iets oranje. Sterke stuwingslever; geen anaemie; geen ankylostomiasis. Hydrops en anasarca.

S. 18. Stevig gebouwde man, geen anaemie, algemeen oedeem, rechter hart zeer sterk hypertrophisch, zoowel wat het atrium als den ventrikel betreft, die beide sterk gedilateerd zijn.

Linker atrium lijkt een dunwandige zak ; in den wand zijn nauwelijk spieren te vinden; de holte van den linker ventrikel is klein en de