versum en descendens waren groote stralige litteekens te vinden; het colon descendens vertoonde een rood, gezwollen, succulent slijmvlies; de flexuur was met de blaas vergroeid en er bestond aldaar een perforatie; in de vergroeiingen was vuile etter te vinden; beneden de vergroeiing bestond de mucosa van flexuur en rectum niet meer; slechts een gladwandige, diffuus ulcereerende, groen verkleurde buis was over gebleven.

Nu werden bij het microscopisch .onderzoek alleen amoeben gevonden in de vergroeiingen rondom de perforatieopening in de flexuur, terwijl zoowel in het rectum als in het colon descendens in de stralige litteekens te vergeefs naar amoeben werd gezocht.

Dit geval toont aan, dat de amoebendysenterie aanleiding kan geven tot een secundaire, niet specifieke colitis, die op haar beurt tot ernstige veranderingen kan leiden, terwijl de amoeben geheel verdwijnen of tot een zoo kleine rest zijn beperkt, dat alleen een geoefend oog de plaats kan ontdekken, waar zij nog aanwezig zijn. Zonder het leverabsces, dat mij den weg wees, was mij misschien de geheele amoebiasis ontgaan. Dit zijn de gevallen, waarop ik in het begin doelde, waarbij gedurende het leven amoeben kunnen zijn gevonden, terwijl post mortem noch macroscopisch noch microscopisch de amoebiasis meer is te herkennen. Dit geval is tevens het eenige waarbij het amoebenproces op één omschreven plek door den darmwand is heengebroken.

De combinatie van beide vormen van dysenterie komt herhaaldelijk voor, ja men kan het gangreen, dat zeker op een secundaire invasie van micro-organismen berust, ook reeds tot de combinaties rekenen.

Bij S. 58 bestaat in het onderste deel van het ilium een diffuse diphtheritische ontsteking. In het coecuni bevinden zich prachtige zweren van amoebendysenterie, die in normaal uitziend slijmvlies liggen; naar beneden toe combineeren