amoebendysenterie als complicatie van een typhus optrad. Deze combinatie is blijkbaar van hoogst ernstigen aard.
Bij S. 107 en S. 147 sloot zich een heftige amoebendysenterie aan een typisch verloopenden typhus aan en voerde in enkele dagen tot den dood. In beide gevallen werd de sectie door de familie geweigerd.
Bij S. 111 vonden wij een aantal typheuse zweren in het onderste deel van den dunnen darm; uit gal en milt waren typhusbacillen te kweeken. De geheele dikke darm was doorzaaid met dysenterische zweren; in het coecum bestond een diffuus perföreerend gangreen; bovendien werd in de lever een klein absces gevonden, dat een vrij dikken bindweefselwand bezat. Op grond van de overweging, dat dit absces van ouden datum was, mogen wij hier den typhus meer als een complicatie van de dysenterie opvatten. Wij hebben dus te zamen bij 5 secties (S. 3, S. 111, S. 83, S. 107, S. 147) de beide ziekten gecombineerd aangetroffen; blijkbaar werken deze beide darmaandoeningen zeer fataal op elkander in.
Ik wil nu S. 196 eenigzins uitvoerig bespreken, omdat deze een overgang vormt naar de straks te bespreken ,,an„dere vormen van dysenterie". De patiënt was bijna drie maanden in het hospitaal verpleegd. Hij kwam binnen met onregelmatige temperatuursverheffingen en met diarrhee; hij was anaemisch en kachectisch en in de faeces werden zeer vele ankylostoma-eieren gevonden. Een wormkuur bracht ongeveer 200 wormen te voorschijn, doch verbetering trad niet in, de dysenterische ontlasting bleef bestaan en er traden oedemen op. De faeces vertoonden meer en meer bloed, doch amoeben konden niet worden gevonden.
Bij de sectie bleek in de eerste plaats, dat er een klein leverabsces in den koepel van het diaphragma bestond; in den etter waren amoeben aanwezig; de man leed dus aan amoebiasis. Het coecum was normaal; in de omslagsplooien tusschen colon ascendens en transversum en colon trans-
19