iets sterker Iichtbrekende rand kleine verdikkingen vertoont; het korrelig entoplasma bevat allerlei opgenomen zaken, waarvan de roode bloedlichaampjes en haemoglobinehoudende druppeltjes het meest typisch zijn. Ik zag in de amoeba coli nooit roode bloedlichaampjes opgenomen. Beweegt zich de amoebe, dan zendt zij een helder pseudopodium vooruit en kan zich zeer in de lengte strekken en vertoont vaak een sterke bewegelijkheid.
Men zal zich nooit vergissen, indien men zulke amoeben voor dysenterie-amoeben verklaart; ik heb dezen regel steeds gevolgd en heb mij bij mijne obducties, die alleen wat dysenterie betreft meer dan 150 bedragen, kunnen overtuigen dat ik mij niet vergist had. De gevallen, waarbij ik de diagnose op dysenterie-amoeben bij het leven had gesteld en toch post mortem de amoeba histolytica microscopisch niet in de darmzweren heb kunnen vinden, zijn zeldzaam geweest en vinden hunne verklaring op eene geheel ongedwongen wijze, waarover straks nog nader.
De Haan en Kiewiet de Jonge ') deelen mede, dat zij bij hunne onderzoekingen bij 73°/o der lijders, die dysenterische ontlastingen vertoonden, de amoeba histolytica in de faeces konden opsporen. Dit percentage is veel hooger. dan ik hier gedurende een reeks van onderzoekingen heb gevonden, nl. 90 op 225 of 40%. Waaraan kan dit verschil in percentage liggen? Genoemde schrijvers hebben volkomen gelijk als zij zeggen, dat gen enkelvoudig onderzoek der faeces onvoldoende is. Herhaaldelijk moet men twee of meermalen de ontlasting onderzoeken om de amoebe te vinden. Men moet zich daarbij strikt aan het voorschrift houden, dat men duidelijke amoeboïde bewegingen moet waarnemen; degeen, die op amoeben gelijkende doch beweginglooze lichaampjes voor amoeben durft verklaren, zal zich herhaaldelijk vergissen.
') De Haan en Kiewiet de Jonge.- Gen Tijdsch v. N 1 1903. Aanteekeningen over tropische dysenterie.