het bloed op coccen te onderzoeken en na te gaan, of de graad der sepsis misschien een beteekenis voor de prognose heeft.
Wiens ') publiceerde een methode om uit het bloed den pneumococcus te kweeken; hij slaagde er in om met slechts enkele uitzonderingen in alle gevallen van pneumonie den coccus in het bloed aan te toonen; hij gebruikt daarvoor evenwel een vloeibaren voedingsbodem, zoodat een quantitatieve bepaling van het aantal der pneumococcen niet mogelijk is; de schrijver zelf noemt dit een bezwaar van zijne methode. Een vaste voedingsbodem, die voor quantitatieve bepalingen te gebruiken zou zijn, moet nog worden gevonden, want de bekende vaste voedingsbodems voor pneumococcen blijven vaak steriel, terwijl de vloeibare voedingsbodem van Wiens een positieven uitslag met dezelfde hoeveelheid bloed geeft; zij laten dus niet alle aanwezige coccen tot ontwikkeling komen.
Bij S. 133 werden in de milt een aantal infarcten gevonden; bovendien werden op de valvula mitralis versche excrescenties aangetroffen.
Bij S. 169 was de rechter bovenkwab aangedaan, de milt was klein en hard; er bestond dus waarschijnlijk geen ernstige sepsis; de patiënt was ook voor zijn dood reeds drie dagen koortsvrij. De sterk anaemische patiënt (haemgl. volgens Tallqvist 40%) herbergde in zijn darmkanaal eenige honderden ankylostoma. Zou hier niet de ankylostomiasis het hare mede tot den dood hebben bij gedragen?
D. Gangraena pulmonum.
Het longgangreen kwam dit jaar 6 maal als doodsoorzaak voor. Bovendien werd het nog twee maal als complicatie bij dysenterie gevonden. Het moet iederen medicus, die hier veel Chineezen behandelt, opvallen, hoe dikwijls men hier het gangraena pulmonum ziet optreden.
') Münch. med. Woch. 1907 p. 32.