III. Cholera en vliegen ')
DOOR Dr. J. QANON, Officier van Gezondheid.
Bekend is, dat bij de uitbreiding van cholera-epidemieën het water een groote rol speelt.
Er zijn echter ook andere momenten, die deze uitbreiding in de hand werken, o. a. de vliegen.
Reeds Plinius heeft het vermoeden geuit, dat vliegen infectieziekten overbrengen 2) en Paulinus drukt zich duidelijker uit, waar hij zegt: „Musea dysenteriae genitrix" 3).
Uit een kort referaat in het Archiv für Schiffs- undTropenhygiene (Band 12 Heft 1) blijkt, dat Buchanan experimenteel bewezen heeft, dat vliegen infectiekiemen, zooals miltvuur, tuberkelbacillen enz. overbrengen.
Wat speciaal de cholera betreft, heeft Simond 4) aangetoond, dat vliegen, die met vibrionen uit een choleradarm in aanraking zijn geweest, met gelatineplaten in contact gebracht, daarop cholerabacillen doen groeien.
Andere onderzoekers 5) hebben experimenteel bewezen,
') Naar eene voordracht, gehouden in de Vereeniging tot bevordering der geneeskundige wetenschappen in Ned.-lndië, afdeeling Sumatra's Oostkust, op den 9den Maart 1908.
2) 11 Policlinico, sezione pratica, anno XIV, fase. 10. s) Academiae Caesareae Leopoldinae naturae curiosum ephemerides. Nürnberg, 1707.
4) Deutsche Medizinische Wochenschrift 13 October 1892.
5) Chantemesse et Borel, Mouches et choléra.